Slokdarmkanker

Slokdarmkanker





In ons land wordt per jaar bij 1500 mensen de diagnose slokdarmkanker gesteld. De ziekte komt bij mannen (1 op de 10.000) een stuk vaker voor dan bij vrouwen (1 op de 33.000).

Er zijn verschillende soorten slokdarmkanker, maar de twee soorten plaveiselcelcarcinoom en ardenocarcinoom zijn verreweg de meest voorkomende. De tumor kan zowel langs de wand groeien (van boven naar beneden of andersom), maar kan ook dwars door de slokdarm groeien.

Slokdarmkanker is een sluipmoordenaar; de ziekte ontwikkelt zich vaak zonder symptomen en wordt vaak pas ontdekt in een laat stadium. De kans op uitzaaiingen naar het lymfestelsel, de longen en de lever is mede hierdoor helaas relatief groot.

Het leven neemt na diagnose van slokdarmkanker een drastische wending; het is dan ook  voor zowel u als uw dierbaren belangrijk te weten wat deze ingrijpende ziekte inhoudt.

Wat zijn de symptomen en risicofactoren?

In een vroeg stadium geeft slokdarmkanker vaak weinig of geen symptomen. In een later stadium kunnen de volgende ongemakken echter verschijnen:

  • Het gevoel dat er een brok in de keel zit
  • Moeite hebben met slikken
  • Onverklaarbaar gewichtsverlies
  • Pijn achter het borstbeen
  • Het niet goed wegzakken van voedsel
  • Vermoeidheid (door bloedarmoede)
  • Verminderde eetlust

Omdat slokdarmkanker een zeer dodelijke vorm van kanker is (slechts 10 tot 15% van de patiënten leeft nog vijf jaar na diagnose), is een vroege opsporing van buitengewoon belang.

Het is daarom belangrijk dat u adequaat reageert (lees: uw kop niet in het zand steekt en naar de huisarts gaat) indien één of meer symptomen de kop opsteekt. De volgende risicofactoren verhogen het risico op slokdarmkanker:

  • Roken
  • Overmatig alcoholgebruik
  • Maagzuur in de slokdarm
  • Een slecht voedingspatroon
  • Overgewicht
  • Leeftijd (ouder dan 60)




Onderzoek en behandeling

Eén van de eerste stappen die men na doorverwijzing zal ondernemen als u slikproblemen heeft, is het maken van een slikfoto. Hierbij moet u een zeer licht radioactief (niet gevaarlijk!) papje drinken, dat vervolgens sterk oplicht op een gemaakte röntgenfoto.

Mocht er vervolgens noodzaak gezien worden, dan kan een endoscopie uitgevoerd worden. Tijdens deze kijkoperatie wordt een dunne camera in de slokdarm gebracht, waarmee een arts het gebied visueel kan inspecteren.

Tijdens een dergelijke operatie kunnen tevens biopten genomen worden; er worden kleine beetjes weefsel uit de slokdarm weggenomen. In het laboratorium kan vervolgens de diagnose gesteld worden.

Is de diagnose slokdarmkanker gesteld, dan zijn er diverse methoden om de ziekte te bestrijden. Aangezien de ziekte vaak al vergevorderd is bij ontdekken, is een groot deel van deze behandelingen van pallatieve aard.

Dit houdt in dat de behandeling niet gericht is op het genezen van de ziekte (wat in dit stadium onmogelijk is), maar gericht is op het verminderen van symptomen.

Denk hierbij aan het verwijden van de doorgang of het plaatselijk wegbranden van tumorweefsel. Is er nog hoop op genezen, dan zijn de volgende behandelingen mogelijk:

  • Slijmvliesresectie: in een zeer vroeg stadium, als de tumor zich nog beperkt tot het slijmvlies, kan overgegaan worden tot het lokaal verwijderen van de slijmvlieslaag. Dit wordt middels een kijkoperatie uitgevoerd.
  • Chemotherapie: deze behandeling is gericht op het genezen van kanker en wordt met name toegepast indien de kanker nog beperkt uitgezaaid is. U krijgt zware medicijnen toegediend die de kankercellen afbreken. Chemotherapie heeft een aantal ernstige bijwerkingen, zoals haaruitval, mondzweren en zware misselijkheid.
  • Operatie: operatie wordt toegepast als blijkt dat de tumor nog niet is uitgezaaid of door de slokdarmwand is gegroeid. Er wordt tijdens een dergelijke operatie een (soms groot) deel van de slokdarm weggehaald. Het overgebleven deel van de slokdarm wordt -soms met behulp van ander weefsel- met de maag verbonden.
  • Bestraling: tijdens deze behandeling worden de kankercellen vernietigd door ze te bombarderen met radioactieve straling. Dit duurt een paar minuten en wordt een aantal maal per week herhaald, tot de vorgeschreven stralingsdosis is bereikt. Houd bij bestraling rekening met bijwerkingen als keelpijn en verergerde slikproblemen.

Wat is kanker eigenlijk?

Kanker is de naam voor een aandoening die gekenmerkt wordt door ongeremde celdeling. Ons lichaam bestaat uit miljarden cellen, die na hun afsterven met regelmaat vervangen worden door verse exemplaren.

Dit vervangen gebeurt door middel van het delen van één cel in twee exemplaren van dezelfde cel. Elk van deze exemplaren kan zich wederom delen, waardoor het lichaam zichzelf eigenlijk continu ververst. Om al dit gedeel in goede banen te leiden, kan één cel zich slechts beperkt delen.

Bij kanker is deze beperking ernstig verstoord; de cellen blijven zich delen, zonder oudere cellen te vervangen. Hierdoor ontstaat een ophoping nutteloze cellen, die we een tumor noemen.

Omdat de celdeling alsmaar doorgaat, groeit een tumor snel en vreet hij zich door de omringende weefsels en organen heen. De schade die hierdoor ontstaat, is meestal niet meer terug te draaien.

Als een cel van een tumor losraakt en in de bloedbaan terecht komt, kan er zich elders een tweede tumor vormen. Dit heet een metastase, ofwel uitzaaiing. Personen waarbij de kanker is uitgezaaid, hebben vaak geringe kansen op overleven, omdat uitzaaiing zich vaak niet beperkt tot één enkele locatie.